Uw kat heeft diabetes Wat nu?
Wat is diabetes?
Diabetes mellitus, ook wel suikerziekte genoemd, is een aandoening waarbij de alvleesklier van uw kat niet genoeg insuline produceert. Insuline is een stof die ervoor zorgt dat de suikers, die met de voeding worden opgenomen, vanuit het bloed kunnen worden gestockeerd in de cellen van het lichaam. Bij suikerziekte is er dus wel suiker aanwezig in het bloed, maar deze kan niet in de cellen worden opgenomen. Hierdoor komen de cellen van het lichaam in energienood.Wat zijn de symptomen?
Uw kat gaat veel drinken, veel plassen en vermageren ondanks een goede eetlust. In een later stadium kan de kat apathisch worden, braken en haar eetlust verliezen.Deze aandoening komt voornamelijk voor bij oudere katten, bij overgewicht, bij lage activiteit en bij bepaalde rassen.
Hoe wordt diabetes behandeld?
De therapie van suikerziekte bestaat uit een aangepaste voeding en het 2x daags inspuiten van insuline. De hoeveelheid voeding en de dosis insuline moeten goed op elkaar afgestemd zijn.Een te hoge dosis insuline betekent dat er te veel suiker in de cellen wordt opgenomen, waardoor er te weinig suiker in het bloed zit en in de hersenen.
Te weinig insuline zorgt voor een tekort aan energie voor de cellen.
In het begin van de behandeling moet men zoeken naar de correcte dosering. Het kan dus even duren voordat de insulinedosis van uw kat goed gereguleerd is. Met andere woorden, voordat de suikerspiegel in het bloed op een normaal niveau is.
Het verzorgen van een dier met suikerziekte vraagt veel inspanning van U als eigenaar. U zal een strak schema moeten volgen (voeren, insuline spuiten, glucose meten) om de suikerziekte onder controle te krijgen en zo te houden. Dit is niet altijd gemakkelijk, maar indien U hierin slaagt, zal uw kat een overlevingsduur hebben dat te vergelijken is met dat van een normale gezonde kat.
Soms kan uw kat na enkele maanden behandeling in remissie gaan. Dit betekent dat de cellen van de alvleesklier toch opnieuw insuline produceren, waardoor U de insulinedosis kan verlagen of het inspuiten zelfs stopzetten.
Dit wil dus ook zeggen dat U uw kat altijd goed in de gaten moet houden, want als U insuline blijft geven terwijl deze in remissie is, krijgt ze suikertekort. Dit kan ernstige gevolgen hebben!
Regelmatig het suikergehalte in het bloed van uw kat laten controleren door uw dierenarts is de boodschap!
Hoe herken ik suikertekort bij mjn kat?
Suikertekort (hypoglycemie) heeft vooral effect op de hersenen, aangezien suiker hier de enige energiebron is. Bij hypoglycemie ziet men vooral neurologische symptomen zoals onrustig of sloom zijn, honger hebben op onverwachte tijdstippen, daarna wordt uw dier apathisch, zien we een bewustzijnsvermindering, rillen, trappelen met de poten.Hypoglycemie kan dus optreden bij het in remissie gaan van uw kat, maar ook indien U te veel insuline hebt toegediend, als uw kat minder of niet gegeten heeft maar wel de normale insulinedosis heeft gehad, indien deze braakt of diarree heeft en tot slot ook als uw kat een grote inspanning geleverd heeft.
Als U tekenen van suikertekort ziet bij uw kat dient U druivensuiker op het tandvlees te smeren of hem/haar wat eten aan te bieden als uw kat nog voldoende bij bewustzijn is.
Dagschema
8.00 u: Eten geven gram Royal canin diabetic8.15 u: Insuline inspuiten Internationale Eenheden (IE)
12.15u: Controle bloedsuikerspiegel door glucose oorprik (1x per week)
Een goed gereguleerde kat zit 4 uur na de insuline prik tussen de 5 en de 9 mmol/l ( =100- 170 mg/dl op de glucosemeter).
12.30u: Eten geven gram Royal canin diabetic
20.00u: Eten geven gram Royal canin diabetic
20.15u: Insuline inspuiten Internationale Eenheden (IE)
23.00u: Eten geven gram Royal canin diabetic
Als uw kat niet wil eten ? geef dan GEEN insuline!!!
Als uw kat maar een beetje eet ? geef dan een HALVE dosis insuline!!!
U kan best een dagboekje bijhouden waarin U de waarden van het suikergehalte in het bloed en de hoeveelheid opgenomen voeder bijhoudt, evenals de tijden van het voeren en insuline spuiten. Dit helpt de dierenarts om achteraf de behandeling beter te evalueren.
Wat nog van belang is:
Regelmaat is essentieel! Geen tussendoortjes of snoepjes geven!
Aangezien de piekwerking van insuline bij de meeste katten tussen 2-4 uur na inspuiting is, is de kans op hypoglycemie dan het hoogst. Maar in principe kan suikertekort op elk moment optreden.
Gewichtsverlies is onderdeel van de behandeling.
Zorg dat U altijd druivensuiker in huis hebt liggen voor het geval uw kat suikertekort heeft.
Twee weken na de start van de behandeling moet er bloed worden afgenomen bij de dierenarts om het effect van de behandeling te evalueren.
Indien U nog vragen hebt, neem dan gerust contact met ons op!
Veel succes met de behandeling van uw kat!